Doordat het kind de situatie voor zich ziet staan, gaat het nadenken over effecten, handelingen en behoeftes.
Voor het kind worden drie verschillende poppetjes gebruikt:
- Een klein poppetje betekent de eigenheid van het kind, zijn eigen persoonlijkheid, zijn meest wezenlijke ik. Bij dit poppetje hoort een schatkist met kwaliteiten, de eigenschappen die hij bij zijn geboorte heeft gekregen.
- Een middelgroot poppetje verbeeldt de kwaliteiten en eigenschappen die uit kunnen groeien tot een te grote versie, een teveel van het goede. Bijvoorbeeld: de kwaliteit is: nauwkeurig zijn tijdens werk, dit kan uitgroeien tot pietluttigheid waardoor je werk nooit af is.
- Een volwassen poppetje verbeeldt het volwassen deel van iemands persoonlijkheid zoals op dat moment bij iemands leeftijd en ontwikkeling past. Ook bij kinderen vanaf 9 jaar kan dit poppetje ingezet worden, het is nl. ook het poppetje dat de verantwoordelijkheid van de ontwikkeling draagt. Het poppetje dat ‘nadenkt’ over de situatie.
Door het leren kennen van deze drie komt er, met behulp van de juiste vragen, een innerlijk gesprek op gang waardoor er inzicht in handelen komt en er nieuwe stappen gezet kunnen worden.